Interview met Ad van Loveren
Teamleider van het pastoraal team Elisabethparochie
Het zijn vooral economische redenen, die de besluitvorming in de Elisabethparochie hebben versneld. Er is eenvoudig geen geld meer om negen kerken open te houden. Daarom is ervoor gekozen om in Midden Zeeuws Vlaanderen vanaf 1 januari 2013 te werken met drie parochiekernen: Noord (Terneuzen, Hoek en Zaamslag - aangegeven in rood op bijgaand kaartje; klik erop om te vergroten), Zuidoost (Axel, Zuiddorpe en Westdorpe - groen) en Zuidwest (Sas van Gent, Sluiskil, Zandstraat en Philippine - blauw). In deze Elisabethparochie vormt Ad van Loveren samen met Marjan Dieleman-Fopma en Niek van Waterschoot het pastorale team, waarbij vicaris Paul Verbeek op dit moment fungeert als parochie-administrator (waarnemend pastoor).
In ieder van deze drie kernen wordt één kerk open gehouden: in Zuiddorpe, Philippine en Terneuzen. Daarnaast is er in iedere kern ook een ontmoetingsruimte voor bijeenkomsten en vergaderingen, al dan niet fysiek verbonden met de liturgische ruimte. Daarnaast wordt nog bekeken, of iedere kern ook over een kapelruimte kan of moet beschikken. 'De ontmoetingsruimte is heel essentieel in dit proces,' zegt Ad. 'Want die ontmoetingsruimte benutten we niet alleen op doordeweekse dagen, maar heel uitdrukkelijk ook als "overloop" vanuit de zondagsliturgie. We willen de viering van de zondag centraal stellen om van daaruit meer samenhang aan te brengen: niet alleen tussen de zondagsviering en de overige pastorale activiteiten, maar ook meer samenhang in de pastorale aanbod als geheel. En tenslotte willen we toewerken naar meer samenhang tussen de mensen zelf, met name ook tussen de verschillende generaties. Want er is een behoorlijke lacune tussen de geloofsbeleving zoals de oudere generatie dat gewend is en zoals de nieuwe generatie daarin staat. Mede door concentratie van de kerkdiensten proberen we die kloof te overbruggen.'
Bijna in één adem door - het enthousiasme is duidelijk hoorbaar in de stem van Ad - vertelt hij dat 'verrassend veel mensen naar de vieringen komen, nu er geen negen maar slechts drie vieringen in de parochie worden gehouden op zondag. Uit verschillende dorpen komen de mensen naar de drie kernen, al moet ik zeggen dat deze verandering voor oudere mensen niet zo gemakkelijk verloopt. Het is natuurlijk, alles bij elkaar genomen, een ingrijpende koerswijziging. Maar het heeft mij wel het inzicht opgeleverd, dat er - als je radicale keuzes durft te maken - mooie kansen kunnen ontstaan. De betere bezettingsgraad in de drie kerken veroorzaakt bij veel mensen een groter gevoel van saamhorigheid. Gevolg daarvan is weer, dat je duidelijk meer enthousiasme proeft bij mensen in de kerk.'
Voorwaardelijke kansen
Heel deze ontwikkeling is aanleiding genoeg om aan Ad de vraag voor te leggen, of hij zich herkent in mijn vermoeden, dat de marginale positie van kerk kansen oplevert voor een meer hedendaagse geloofsbeleving. Ad nuanceert: 'Ik neem waar, dat de "kerk in het groot" zichzelf niet beschouwt als marginaal, want ze vindt dat ze wel wat te zeggen heeft vanuit de lange traditie waarin ze staat. Maar omdat ze geen echt antwoord geeft op de actuele vragen van mensen, bevindt ze zich feitelijk wel in de marge van de huidige cultuur. Daarnaast zie ik op het niveau van de parochie ("kerk in het klein"), dat het krimpscenario wel degelijk tot nieuwe kansen kan leiden - mits je bereid bent om radicale keuzes te maken. De kaasschaafmethode levert uiteindelijk weinig op.'Hieraan voegt Ad nog een belangrijk inzicht toe: 'De kansen vanuit de marginaliteit zullen alleen effect sorteren als je aan enkele voorwaarden voldoet. Zo moet je allereerst ervan uitgaan, dat er weliswaar een krimp zichtbaar is in aantallen, maar niet in het geloven van mensen. Dat zoekend geloven is misschien niet zo helder omlijnd, maar ik zie het bijvoorbeeld wel tastbaar aanwezig in een grote betrokkenheid bij de ouders van communicanten. En een andere belangrijke voorwaarde is, dat je over geloven communiceert in de principiële keuze voor een dialoog. Mijn aanvoelen is, dat de kerk de aansluiting mist als ze mensen wil opleggen, wat en hoe ze moeten geloven.'
Kerk in beweging
Ook op de vraag naar 'kerk als beweging' is het antwoord van Ad genuanceerd. Beweeglijkheid is op zich een prima eigenschap als het gaat over geloven en kerk. 'Maar,' zegt Ad, 'er zijn in wezen drie voorwaarden belangrijk, wil die flexibiliteit tot een gewenst resultaat kunnen leiden. Er moet sprake zijn van een oorspronkelijke inspiratie, er moet toegewerkt worden naar een uitdagend perspectief en het moet duidelijk zijn binnen welk organisatorisch kader de beweging zich kan voltrekken. Daarnaast moet er binnen iedere organisatie, dus ook binnen de kerk (in het groot en in het klein) ruimte zijn voor vrije invulling. Daarbij geldt wat mij betreft de onderlinge verbondenheid als een van de meest centrale waarden, terwijl die verbondenheid tegelijk in alle openheid beleefd moet worden. Daarom zou ik zelf eerder kiezen voor de uitdrukking "kerk in beweging" dan voor "kerk als beweging". Want het enthousiasme kan ontstaan waar mensen in beweging willen komen - ook als dat gedwongen gebeurt, in ons geval door economische redenen. En daarbij kun je je afvragen, of het hier dan in wezen niet gaat over de beweging van de Geest.' Inderdaad kunnen wij mensen de bewegingen van Gods Geest niet waarnemen, misschien enkel vermoeden in de omstandigheden die zich aan ons voordoen.Daarop aansluitend ziet Ad mogelijkheden en kansen voor het geloven van mensen, als ze zich in al de verwarring van het leven toch de vraag stellen: hoe moet het nu verder? Door ruimte te maken voor die vraag zijn mensen in essentie al bezig met het uitdiepen van hun geloof. 'En waar ik vroeger probeerde,' gaat Ad verder, 'een bepaalde sturing te geven aan dat proces van zoekend geloven, laat ik het tegenwoordig meer aan de tijd over om zijn werk te doen. Want de gedifferentieerde manier waarop mensen bezig zijn hun eigen richting te zoeken in het leven is zo complex, dat je daar ook ruimte voor moet laten. Als mensen zich de vraag stellen, hoe het nu verder moet, dan is dat ook een proces van gaandeweg leren los laten en van zoeken naar "warme" ervaringen. In ervaringen die het hart warm maken, vinden mensen immers hun antwoorden, niet in dogma's en leerstellingen. En dan ontstaat er beweging, dan krijgen mensen een perspectief waar ze iets mee kunnen, meer dan wanneer mensen elkaar etiketten gaan opplakken.'
Netwerksamenleving
Het thema van 'verbondenheid in fragmenten' is voor Ad goed herkenbaar: 'We bevinden ons in een netwerksamenleving. De mate waarin mensen - nu eens met deze, dan met gene - onderlinge gemeenschap ervaren, verschilt van situatie tot situatie. De gradaties in gemeenschap zijn er al, je zult ze wel moeten constateren en benoemen. Het gemeenschapsgevoel ten tijde van het rijke Roomse leven wordt wel eens geïdealiseerd, maar ook toen waren er verschillende gradaties.'Vanwege deze gefragmentariseerde verbondenheid zet Ad heel expliciet in op de dialoog als het structuurprincipe van de parochie. Hij maakt daarbij dankbaar gebruik van de inzichten van René Hornikx in diens boeken Spiritualiteit als motor tot vernieuwing en Het geloofsgesprek. 'In Terneuzen,' verduidelijkt Ad, 'kom ik bijeen met een groep van tien mensen, die elkaar in zekere zin slechts oppervlakkig kennen. Maar door het creëren van een open sfeer komen de deelnemers erachter wat de ander nou werkelijk beweegt. Dat is voor alle groepsleden - en voor mij - een hartverwarmende ervaring. De inspiratie die mensen tijdens zulke gesprekken vinden, overstijgt de menselijke gebrokenheid. Het is de taak van de pastor om zulke situaties te creëren en voorwaarden te scheppen, waardoor mensen tot elkaar kunnen komen, en waarin het je toevalt dat je tot geloven kunt komen.' Met name in deze laatste opmerking vind ik een sterke bevestiging van het vermoeden, dat ik in het blogbericht van 10 januari formuleerde: 'dat in de verbondenheid - juist vanwege het fragmentarische karakter, dus omdat de verbondenheid nooit "af" is - een intrinsieke kans zit opgesloten om in dat streven naar verbondenheid ook het geloof van mensen te ontdekken.'
Radicale keuzes, gepaard aan de durf om als kerk in beweging te komen en met een principiële bereidheid tot dialoog in de netwerksamenleving - zo vat ik de gedachtewisseling met Ad van Loveren samen - leveren mooie kansen op voor het geloven en kerk-zijn van hedendaagse mensen, mits de oorspronkelijke inspiratie en een uitdagend perspectief binnen een organisatorisch, maar open kader geplaatst kunnen worden.