We gaan een andere tijd tegemoet. In de
kerk hebben we het perspectief van de grote aantallen achter ons
gelaten. Dat vraagt een enorme aanpassing. Deze krimpsituatie wordt
vaak ervaren als een doemscenario. Maar het is eigenlijk heel
verfrissend om daar op een andere manier tegenaan te (leren) kijken.
De krimp dwingt ons niet alleen om op
een creatieve manier te zoeken naar nieuwe mogelijkheden om ons
geloof te beleven. Deze nieuwe situatie geeft ons ook de kans om ons
af te vragen, waar het in de kern om gaat met ons geloof. Niet
de aantallen spelen daarbij de belangrijkste rol, maar de inhoud
en de kwaliteit van ons geloof. Kunnen we bijvoorbeeld laten
zien, dat we onze kracht vinden in kleinschaligheid? Kunnen we laten
zien, dat de boodschap van liefde en verzoening ook – of misschien
wel juist – vandaag de dag belangrijker is dan ooit? Kunnen we
laten zien, dat ons vertrouwen in Gods richting groter is dan het
vertrouwen op de maakbaarheid van de samenleving? Kunnen we laten
zien, dat het werken aan gemeenschappelijkheid meer oplevert dan de
voortgaande individualisering?
Kortom: tegen de stroom in durven
roeien, tonen dat we over een lange adem beschikken, en de krimp
benutten als een enorme uitdaging waarin we getest worden op ons
geloof en op onze geloofwaardigheid – in het vertrouwen dat we met
kwaliteit verder komen dan kwantiteit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten